Rob Jetten en zijn vriendjes zullen vanochtend ongetwijfeld met een hele fijne linksdragende ochtenderectie zijn opgestaan nu blijkt dat, na jarenlange D66-warmtepomp-doctrine, het afgelopen jaar voor het eerst meer elektrische dan benzineauto’s zijn verkocht. Sterker nog: van alle nieuw geregistreerde auto’s was nog maar een derde aangedreven door fossiele brandstof. Au. De stekkerauto is de slag van het wagenpark definitief aan het winnen, zo lijkt het.
Lijkt het, want zover is het godzijdank nog lang niet. Ah! Dit soort berichten zijn allemaal leuk en aardig, uiteindelijk gaat het enkel om nieuw verkochte auto’s waarin de elektrische auto de overhand heeft genomen en dus is het merendeel van de auto’s op de openbare weg nog gewoon een rasechte petrol. Het is allemaal hartstikke leuk hoor, zo’n Tesla of een Polestar, maar de camping in Zuid-Frankrijk haal je er niet mee. Niet zonder honderdduizend keer honderdduizend uur in de rij voor een laadpaal te hebben gestaan althans.
Nee hoor, ons niet gezien. Doe ons maar een lekkere 5-serie, een 3-serie is ook goed. Slurf erin, tanken en rijden maar weer. Freude am fahren, roepen we hier dan ook altijd bij het ontbijt.
Maar toch zijn er dus steeds meer mensen die bij het aanschaffen van een gloednieuwe auto, dus geen occasion, denken aan elektrisch. Zonnepanelen op het dak, laadpaal op de oprit en voordelig rijden. Zo zal de gedachtegang ongeveer gaan bij die mensen. De verkoopcijfers van afgelopen jaar zijn, samengesteld door brancheorganisaties BOVAG en RAI Vereniging en dataspecialist RDC, duidelijk. Van alle nieuw verkochte auto’s was 1,1% diesel, 30,4% benzine, 37,1% hybride en 30,8% elektrisch. In 2022 was het aandeel elektrisch 23,5 procent en in 2021 nog 19,8 procent.
Deze cijfers liegen niet en een duidelijke opmars is dus onmiskenbaar aanwezig. Sterkte aan alle petrolheads!
